Desolina 20 0,020mg/0,150mg Comp 13 X 21

Desolina 20 wordt gebruikt om zwangerschap te voorkomen.

Bij correcte inname (zonder tabletten te missen) is de kans om zwanger te worden zeer klein.

Desolina 20 is een gecombineerd oraal anticonceptiemiddel (de pil).

Elk van de 21 witte tabletten bevat een kleine hoeveelheid van twee verschillende vrouwelijke hormonen, desogestrel (een hormoon dat werkt als progestageen) en ethinylestradiol (een hormoon dat werkt als een oestrogeen). Vanwege de kleine hoeveelheden hormonen wordt Desolina 20 beschouwd als een oraal anticonceptiemiddel met een lage dosis. Omdat de hoeveelheid van elk hormoon in alle tabletten van de blisterverpakking hetzelfde is, wordt het een éénfasecombinatiepil genoemd.

Gebruik Desolina 20 niet als u hepatitis C heeft en hiervoor geneesmiddelen met ombitasvir/paritaprevir/ritonavir en dasabuvir, glecaprevir/pibrentasvir of sofosbuvir/velpatasvir/voxilaprevir gebruikt (zie ook rubriek 'Gebruikt u nog andere middelen?').

Indien u geneesmiddelen of kruidenproducten gebruikt waardoor Desolina 20 mogelijk minder goed werkt, moet er ook een barrièremethode gebruikt worden als voorbehoedsmiddel. Omdat het effect van een ander geneesmiddel op Desolina 20 tot 28 dagen na stopzetting van dat geneesmiddel kan blijven duren, is het noodzakelijk die bijkomende barrièremethode zo lang te blijven gebruiken.

• Desolina 20 kan ook de werking van andere geneesmiddelen beïnvloeden, bv.:

 geneesmiddelen die ciclosporine bevatten (geneesmiddelen tegen infecties);

 het anti-epilepticum lamotrigine (dat zou kunnen leiden tot een hogere frequentie van epilepsieaanvallen).

Gebruik Desolina 20 niet als u hepatitis C heeft en geneesmiddelen gebruikt die ombitasvir/paritaprevir/ritonavir en dasabuvir, glecaprevir/pibrentasvir of sofosbuvir/velpatasvir/voxilaprevir bevatten omdat deze producten tot verhoogde leverenzymwaardentesten in het bloed kan leiden (verhoging van ALAT-leverenzym).

Uw arts zal u een andere manier van anticonceptie voorschrijven voordat met de behandeling van deze geneesmiddelen wordt begonnen.

1. Mogelijke bijwerkingen

Zoals elk middel kan ook dit middel bijwerkingen hebben. Niet iedereen krijgt daarmee te maken.

Krijgt u een bijwerking, vooral als deze ernstig van aard is en lang aanhoudt, of treedt er een verandering op in uw gezondheidstoestand waarvan u denkt dat die veroorzaakt kan worden door Desolina 20? Neem dan contact op met uw arts.

Alle vrouwen die gecombineerde hormonale anticonceptiva gebruiken hebben een hoger risico op bloedstolsels in de aders (veneuze trombo-embolie [VTE]) of bloedstolsels in de slagaders (arteriële trombo-embolie [ATE]). Voor meer informatie over de verschillende risico's van het gebruik van gecombineerde hormonale anticonceptiva zie rubriek 2 'Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?'.

Neem onmiddellijk contact op met een arts als u een van de volgende symptomen van angio-oedeem ervaart: gezwollen gezicht, tong en/of keel en/of slikmoeilijkheden of netelroos eventueel met ademhalingsproblemen (zie ook rubriek 2 "Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen").

Zoals bij alle pillen, kan uw menstruatiepatroon veranderen, vooral tijdens de eerste maanden van het gebruik. Dit verschil kan zitten in hoe vaak u een bloeding krijgt (uitblijven van de bloeding, minder vaak, vaker of continu), hoe zwaar de bloeding is, of hoe lang de bloeding duurt.

Vaak (komen voor bij minder dan 1 op de 10 vrouwen):

• Depressie, stemmingsveranderingen
• hoofdpijn
• misselijkheid, buikpijn
• gevoelige of pijnlijke borsten
• gewichtstoename

Soms (komen voor bij minder dan 1 op de 100 vrouwen):

• vochtophoping
• minder zin om te vrijen
• migraine
• braken, diarree
• huiduitslag, galbulten (netelroos)
• vergroting van de borsten

Zelden (komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 vrouwen):

• schadelijke bloedstolsels in een ader of slagader, bijvoorbeeld:
  • in een been of voet (bijv. diepe veneuze trombose (DVT))
  • in een long (bijv. longembolie)
  • hartaanval
  • beroerte
  • 'kleine beroerte' of tijdelijke verschijnselen zoals bij een beroerte, bekend als TIA (transient ischemic attack)
  • bloedstolsels in de lever, maag/darmen, nieren of ogen. De kans om een bloedstolsel te krijgen is groter als er andere omstandigheden op u van toepassing zijn die dit risico verhogen (zie rubriek 2 voor meer informatie over de omstandigheden die het risico op bloedstolsels verhogen en de verschijnselen van een bloedstolsel).
  • overgevoeligheidsreacties
  • meer zin om te vrijen
  • irritatie van de ogen bij het gebruik van contactlenzen
  • erythema nodosum (blauwrode plekken op de schenen), erythema multiforme (huiduitslag met rode, onregelmatige vlekken of zweren)
  • melkachtige afscheiding uit de tepels; veranderingen in vaginale afscheidingen
  • gewichtsafname

U mag dit middel niet innemen als u een van de hieronder vermelde aandoeningen heeft. Als u een of meer van de hieronder vermelde aandoeningen heeft, vertel dit dan aan uw arts. Uw arts zal met u bespreken welke andere vorm van anticonceptie geschikter is voor u. Zie ook rubriek "Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?"

• U heeft een bloedstolsel in een bloedvat van de benen (diepe veneuze trombose, DVT), de longen (longembolie, PE) of een ander orgaan, of u heeft dit ooit gehad.
• U weet dat u een stoornis heeft die uw bloedstolling beïnvloedt – bijvoorbeeld proteïne C-deficiëntie, proteïne S-deficiëntie, anti-trombine-III-deficiëntie, factor V-Leiden of antistoffen tegen fosfolipiden.
• U moet worden geopereerd of u bent gedurende lange tijd niet op de been (zie rubriek Bloedstolsels (trombose)).
• U heeft ooit een hartaanval of beroerte gehad.
• U heeft angina pectoris (een aandoening die hevige pijn in de borst veroorzaakt en een eerste verschijnsel van een hartaanval kan zijn) of een transiënte ischemische aanval (TIA – voorbijgaande symptomen van een beroerte), of u heeft dit ooit gehad.
• U heeft een van de volgende ziektes, die het risico op een bloedstolsel in uw slagaders kunnen verhogen:  ernstige diabetes met beschadiging van bloedvaten;  ernstig verhoogde bloeddruk;  een ernstig verhoogd vetgehalte in uw bloed (cholesterol of triglyceriden);  een aandoening die hyperhomocysteïnemie wordt genoemd.
• U heeft een type migraine dat 'migraine met aura' wordt genoemd, of u heeft dit ooit gehad.
• U heeft pancreatitis (een ontsteking van de alvleesklier) in combinatie met zeer hoge vetgehaltes (lipiden) in het bloed, of u heeft dit ooit gehad.
• U heeft geelzucht (geel worden van de huid) of een ernstige leverziekte, of u heeft dit ooit gehad.
• U heeft kanker die wordt beïnvloed door geslachtshormonen (zoals borstkanker of kanker van de geslachtsorganen), of u heeft dit ooit gehad.
• U heeft een levertumor, of u heeft dit ooit gehad.
• U heeft een onverklaarde bloeding uit de vagina.

Desolina 20 is beschikbaar in blisterverpakkingen van 21 tabletten. Op de blisterverpakking staat op elke tablet de dag van de week waarop deze moet worden ingenomen. Neem de

tabletten elke dag ongeveer op dezelfde tijd in, zo nodig met wat vloeistof. Volg de richting van de pijlen op de verpakking tot alle 21 tabletten zijn ingenomen. De volgende 7 dagen neemt u geen tablet in. Tijdens deze 7 dagen hoort een bloeding te beginnen (onttrekkingsbloeding). Meestal zal deze beginnen op dag 2 - 3 na de laatste Desolina 20-tablet. Begin op de 8ste dag met de volgende blisterverpakking van Desolina 20, ook als u nog bloed. Dit betekent dat u altijd op dezelfde dag van de week met een nieuwe blisterverpakking begint, en ook dat de onttrekkingsbloeding elke maand ongeveer op dezelfde dagen valt.

Wanneer kunt u beginnen met de eerste blisterverpakking?

• Als u de vorige maand geen anticonceptiepil heeft gebruikt

Begin met het innemen van Desolina 20 op de eerste dag van de cyclus (dat is de eerste dag van uw menstruatie). Desolina 20 zal onmiddellijk werken. Het is niet nodig om een aanvullende anticonceptiemethode te gebruiken. U kunt ook beginnen op dag 2-5 van de cyclus, maar dan moet u tijdens de eerste 7 dagen een aanvullende contraceptieve methode (bijvoorbeeld een condoom) gebruiken.

• Overschakeling van een ander gecombineerd hormonaal anticonceptivum of een vaginale ring of pleister

U kunt met Desolina 20 beginnen op de dag nadat u de laatste tablet uit uw huidige pilverpakking heeft ingenomen (dus zonder pauze). Als uw vorige pilverpakking inactieve tabletten bevatten, kunt u met Desolina 20 beginnen op de dag na inname van de laatste werkzame tablet (als u niet zeker weet welke dat is, vraag dan uw arts of apotheker). U kunt ook later beginnen, maar nooit later dan de dag na de tabletvrije pauze van uw vorige pil (of de dag na de laatste inactieve tablet van uw vorige pil)... In het geval dat u een vaginale ring of pleister gebruikt, moet u op de dag van verwijdering beginnen met het gebruik van Desolina 20. U kunt ook later beginnen met het gebruik van Desolina 20, maar ten minste zeven dagen na verwijdering van de ring of de laatste pleister. Als u de pil, pleister of ring volledig volgens de voorschriften hebt gebruikt en u zeker weet dat u niet zwanger bent, kunt u ook stoppen met het gebruik van de pil of de ring of pleister verwijderen op een willekeurige dag van uw huidige cyclus en onmiddellijk overstappen op het gebruik van Desolina 20.